Bestuurders die worden aangehouden op verdenking van rijden onder invloed denken soms dat zij na een mislukte ademtest alsnog recht hebben op een bloedproef. Maar klopt dat wel?
Als de politie een bestuurder verdenkt van het rijden onder invloed van alcohol, zal hij of zij mee moeten naar het bureau om mee te doen aan de ademanalyse. In sommige gevallen “lukt het de bestuurder niet” om te blazen. De politie beschrijft dan in het proces-verbaal wat er aan de blaassessie mankeert. Zo wordt er bijvoorbeeld naast het mondstuk geblazen, stopt de verdachte te snel met blazen of zuigt aan het mondstuk. Vaak geeft de agent dan opnieuw instructies hoe de ademanalyse behoort te verlopen. Komt er uiteindelijk geen resultaat en denkt de politie dat de verdachte de ademtest expres heeft gesaboteerd, dan wordt dat aangemerkt als een weigering.
Zware straffen
Wie de ademanalyse opzettelijk laat mislukken, wordt doorgaans zwaar gestraft. Het mag namelijk niet lonen om te weigeren. Sommige bestuurders denken dat zij recht hebben op een bloedproef en bieden dat nog snel aan als het blazen is mislukt. De politie is echter niet verplicht om in zo’n geval een bloedproef aan te bieden.